
Veel gemeenten kunnen met inzet onderuitputting en reserves ravijn oplossen
In het kort
- Driekwart van de gemeenten schrijft sinds 2020 zwarte cijfers en laat middelen onbenut die elders kunnen worden ingezet.
- Het gegroeide eigen vermogen van gemeenten in de afgelopen jaren biedt ruimte om voorziene tekorten te compenseren.
- De afspraak dat gemeenten algemene reserve mogen aanwenden dient te worden verbreed naar bestemmingsreserves.
Gemeenten worden gefinancierd uit het Gemeentefonds, waarvan de hoogte bepaald wordt door de Rijksoverheid. Sinds 1995 wordt de zogenoemde trap-op-trap-af-systematiek gehanteerd, waarmee de omvang van het Gemeentefonds jaarlijks wordt aangepast aan de ontwikkeling van de (genormeerde) rijksuitgaven. Nadeel van deze systematiek is dat deze ondoorzichtig is en dat de exacte omvang van de uitkering per gemeente pas laat bekend wordt. Het kabinet-Rutte IV stelde daarom voor om de groei van het Gemeentefonds te koppelen aan de stijging van het bruto binnenlands product (bbp). Dit leidt tot een stabiel en voorspelbaar budget. Hoewel de bbp-systematiek initieel in 2026 ingevoerd zou worden, is bij de Voorjaarsnota 2024 besloten om de bbp-systematiek al in 2024 in te voeren.
Omdat gemeenten in de periode 2022–2025 bij ongewijzigd beleid profiteren van de extra rijksuitgaven aan defensie, landbouw en onderwijs, is tevens het besluit genomen om in 2026 de uitkering met drie miljard euro te korten.
[....]